Column Waardige excuses?
Carmen van Daal
Publicatiedatum: 16 december 2022
De regering gaat excuses aanbieden aan de nazaten van de tot slaafgemaakten in West-Indië. Deze excuses zijn een ‘belangrijke stap voor Nederland als geheel’ concludeerde het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden in juli 2021 in haar rapport Ketenen van het verleden. Het brengt “zowel genoegdoening voor de gedupeerden als bevordering van een kritische kijk op de Nederlandse geschiedenis in bredere zin”. Volgens het College voor de Rechten van de Mens zorgt het maken van excuses voor rechtsherstel. Alleen: aan de waardigheid van de tot slaafgemaakten en hun nazaten dragen deze excuses niet bij. En dat heeft alles te maken met het mislukken van de erkenningsrelatie tussen witte Nederlanders en de nazaten van degenen die door hen tot slaaf zijn gemaakt.
Volgens de Frans-Caribische postkoloniale filosoof Frantz Fanon (1925-1961), zélf nazaat van tot slaafgemaakten, ontwikkelt culturele identiteit zich dynamisch in relatie tot de ander, waarbij wederzijdse erkenning door strijd cruciaal is. Fanon stelt dat in koloniale en postkoloniale samenlevingen zwarte identiteit niet tot ontwikkeling komt zolang strijd ontbreekt en de waardigheid van zwarte mensen gebaseerd is op de toestemming van de witte voormalige meester.
Emeritus-hoogleraar gender en postkoloniale theorie Gloria Wekker (1950-) stelt dat er in Nederland inderdaad nog geen sprake is van wederzijdse erkenning. Er heerst volgens haar een ‘witte onschuld’: de overtuiging dat Nederland een gastvrij, tolerant en niet-racistisch land is. Wekker stelt de Nederlandse cultuur gebukt gaat onder raciale onwetendheid. Wie mag wanneer bepalen en waarover?
De druk vanuit de ontvangers van de excuses wordt met de dag groter. De gehele procedure sluit niet aan bij hun wensen. Verschillende Surinaamse en Caribische organisaties in Nederland hebben aangegeven ontevreden te zijn over de gestelde datum en over degene die excuses zal uitspreken. Hun wens om de excuses op 1 juli 2023, 150 jaar na de afschaffing van de slavernij door Nederland, plaats te laten vinden door de koning, blijkt niet te worden gehonoreerd.
Het aanbieden van excuses lijkt uit te lopen op een fiasco, het nieuws verandert dagelijks. Belangenorganisaties stappen naar de rechter. En terecht, want wat in de persconferentie na de ministerraad van 9 december het “perspectief van het kabinet” werd genoemd, sluit niet aan bij de wensen van de nazaten. Doordat witte mensen weer bepalen, wordt de plank misgeslagen in het bijdragen aan de waardigheid van de tot slaafgemaakten en hun nazaten. Aan de andere kant: als Fanons uitgangspunt van de strijd om erkenning gevolgd wordt, is het protest vanuit Surinaamse en Caribische organisaties in Nederland precies een stap in de strijd die nodig is voor zwarte mensen om waardigheid te verwerven. De volgende stap zou zijn dat witte Nederlanders hun wensen serieus nemen. Dan zou pas werkelijk sprake zijn van erkenning.
Mijn dank gaat uit naar Marieke Borren die mij de kans gaf deze column te schrijven en kritisch meedacht, en Fernanda Wessels voor haar kritische feedback. Enige twijfel heb ik wel gehad en heb ik nog steeds om als wit individu dit onderwerp aan te snijden. Ben ik dan niet weer de ‘witte’ die ‘strijd’ levert voor meer gelijkheid en vrijheid?
Over de auteur
Carmen van Daal is docent Verpleegkunde aan de HAN University of Applied Sciences in Nijmegen. Daarvoor werkte ze 26 jaar als jeugdverpleegkundige bij de GGD Hart voor Brabant. Sinds academisch jaar 2020-2021 studeert ze Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit.
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
© 2022 Open Universiteit | Lees de disclaimer en de privacyverklaring van de OU | Voor het colofon zie Over LOCUS |
Voor contact met de redactie kunt u mailen naar locus@ou.nl