Jammen met W.F. Hermans.
Onsterfelijkheid en mislukking in de film Beyond Sleep van Boudewijn Koole
Luc Brouns
Publicatiedatum: 3 juli 2020
Introductie
De roman Nooit meer slapen van W.F. Hermans gold lange tijd als onverfilmbaar. ‘Het is te mooi, het is literatuur’: zo stak Jan Blokker, [1] nota bene de voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse film, niet onder stoelen of banken dat het medium film per definitie vulgair is en niet geschikt voor de schoonheid. [2] Regisseur Boudewijn Koole dacht daar anders over en maakte de film Beyond Sleep.
Alhoewel de film gebaseerd is op de roman, maakte Koole geen letterlijke verfilming van het boek. Hij heeft zelfs, al dan niet de woorden van Hermans indachtig, grote delen van het boek geschrapt. [3] De film kan dan ook niet beoordeeld worden op zijn kwaliteit als imitatie van het boek. Het is interessanter om na te gaan wat er tijdens het proces van de transformatie van roman naar film gebeurt. [4] In hoeverre wordt gebruikgemaakt van specifiek cinematografische en dramaturgische middelen om de absurditeit, nietigheid en desoriëntatie die de roman kenmerken over te brengen? Met andere woorden: hoe bereikt Koole ‘functionele gelijkenis’ in plaats van letterlijke gelijkenis met het boek? [5]
Een thema van zowel de roman als de film is het streven naar onsterfelijkheid. Alfred, de hoofdpersoon, probeert dit te bereiken door geschiedenis te schrijven met een wetenschappelijke prestatie van formaat. Als het hem lukt om aan te tonen dat sommige ronde meertjes in het noorden van Noorwegen ontstaan zijn door meteorietinslagen, dan zal zijn naam nooit vergeten worden. De zoektocht in het verlaten landschap blijkt een hopeloze onderneming. Hij is niet goed voorbereid, heeft een slecht ontwikkeld richtingsgevoel, is onhandig en wil eigenlijk geen hulp accepteren terwijl hij die wel nodig heeft. Hij begint te twijfelen aan zijn eigen motieven en hij valt tenminste één keer bijna dood. Het contrast tussen de gewenste onsterfelijkheid en de aaneenschakeling van valpartijen en mislukkingen maakt zijn streven hoogmoedig en absurd. Hoe wordt dit effect in Beyond Sleep bereikt?
Koole noemt de werkwijze die hij hoofdrolspeler Reinout Scholten van Aschat liet volgen bij de opname van de film ‘een soort jammen met W.F. Hermans’: jammend en dus min of meer onvoorbereid en improviserend acteren, zoals Alfred ook tamelijk onvoorbereid aan zijn tocht begint. [6] Hij gebruikt hier een dramaturgische ingreep om vorm te geven aan de desoriëntatie waaraan Alfred in toenemende mate ten prooi valt. Ook de acteurs moeten met weinig houvast te werk gaan. Dezelfde werkwijze is zichtbaar in de manier waarop Koole cinematografische middelen inzet. Hij laat niet alleen zijn acteurs jammen maar doet dat ook met montage, geluid en trucage. En hij voegt enkele scènes toe aan Beyond Sleep die in Nooit meer slapen niet terug te vinden zijn. Hier blijft Koole duidelijk niet trouw aan de letterlijke tekst of vorm van de roman. Daarmee creëert hij wel de mogelijkheid om in de geest van de roman een film te maken. [7] Een aantal van die scènes ga ik bespreken.
De proloog van de film is een nachtmerrie. Een man in close-up neemt een hap van een rauwe vis. Het geluid van hard zoemende vliegen is hoorbaar en iemand roept ‘Arne, slaap je?’ [8] Alfred vindt zijn dode vriend Arne. De afschuw is zichtbaar op zijn gezicht en wordt benadrukt doordat het gezoem penetranter wordt, waarna Alfred, die in zijn droom geplaagd wordt door deze herinneringen en door de muggen, wakker wordt. Meteen ziet de kijker hem staan aan een meer terwijl een vliegtuigje over Alfreds hoofd wegvliegt. De overgang van nachtmerrie naar ontwaken naar het begin van het verhaal wordt begeleid door het gezoem van vliegen dat overgaat in het gezoem van muggen dat weer overgaat in het motorgeluid van een vliegtuigje. [9] Deze beeldsequentie en het geluid koppelen een verschrikkelijke mislukking (doodvallen) aan hoogmoed (omhoog vliegen). Maar de nachtmerrie heeft plaatsgevonden, want Arne is dood. Werkelijkheid en droom worden door beeldmontage vermengd en het is niet helemaal duidelijk waar de grens ligt tussen beide.
In een andere scène bekijken we weer een droom van de slapende Alfred. Een klein mannetje met een grote rugzak loopt een heuvel op en kijkt op zijn kompas. Hij lijkt verdwaald te zijn. Het geluid van klotsend water is te horen en het mannetje buigt zich onderzoekend voorover om in een navel te staren: hij blijkt op een naakte, liggende en reusachtige vrouw te staan. Staande op haar onderbuik slaat Alfred met een houweel op haar venusheuvel, wekt daarmee haar irritatie en wordt, terwijl hij luid zoemt, als een mug doodgemept. [10] In deze scène wordt met behulp van trucage en camerastandpunt de nietigheid van mensen verbeeld. In vergelijking met de aarde zijn we klein en stellen we weinig voor, laat staan in het universum. Doordat het lichaam gefilmd wordt als een landschap waar het mannetje Alfred in een navel staart, lijkt de associatie met moeder aarde bovendien niet al te ver gezocht. De kijker weet al dat Alfred zoekt naar meertjes die door meteorietinslagen zijn veroorzaakt. Als hij die vindt kan hij onsterfelijk worden. Doordat hij onderzoekend in de navel van ‘zijn moeder’ staart terwijl het lijkt alsof hij aan een meertje staat, wordt zijn ambitie in verband gebracht met zijn eigenlijke moeder. Alfreds moeder is een belangrijk motief voor zijn streven dat is aangewakkerd door de dodelijke noodlottige val van zijn vader en de daaruit voortvloeiende wens van zijn moeder dat Alfred wraak neemt op het noodlot. Dat zou hij kunnen doen door in zijn vaders voetsporen te treden en wel de wetenschappelijke prestatie te leveren waar vader nooit aan toe kwam. Weer zijn hoogmoed en val van tweeën een.
‘Foto: Luc Brouns’.
Vóór het noodlottige ongeval liggen Alfred en Arne in hun tentje. Alfred kan aanvankelijk de slaap niet vatten en slaat een paar muggen dood, wat tot een gesprek met Arne leidt over hun beider vaders. Aansluitend valt Alfred toch in slaap en droomt dat hij in de stromende regen terugdenkt aan een gevecht op leven en dood met zijn vader dat zojuist heeft plaatsgevonden. Doordat hij terugkijkt, wordt de suggestie gewekt dat Alfred gewonnen heeft. [11] De kleurtoon van de vechtscène en van de scène waarin Arne terugdenkt aan het gevecht is hetzelfde, wat de indruk wekt dat het gevecht echt heeft plaatsgevonden. Ook hier wordt weer gespeeld, gejamd, met droom en werkelijkheid. En bovendien rijst de vraag wie er nu naar wie kijkt. Alfred naar zichzelf, Alfred naar zijn vader of vice versa? En de kijker, die kijkt door de ogen van een dromende Alfred? De vader-zoonrelatie komt door deze scène in de film meer op scherp te staan dan in het boek het geval is. In het boek worstelt Alfred vooral met de verwachtingen van zijn moeder die hoopt dat hij wraak neemt op het noodlot. In de film wordt Alfred aangevallen door zijn vader en moet zich met hand en tand verdedigen. Dit expliciete gevecht met zijn vader komt in de roman niet voor. Eigenlijk herinterpreteert Koole de strijd met het noodlot als een strijd met de vader en de verwachtingen die op hem geprojecteerd worden.
Koole gebruikt behalve cinematografische middelen ook andere middelen in zijn jamsessie. Alfred gaat zonder Arne op pad, in de volle overtuiging dat hij beter weet dan Arne waar het zuiden is. Hij begint een liedje te neuriën en te zingen. [12] Deze strofe komt uit het lied Naked Actress van Jan Akkerman en Kaz Lux dat werd uitgebracht in 1976, tien jaar na het verschijnen van de roman. ‘Perfection is what I have to find. You know why he had to die, because he was a fly fly, that’s why.’ [13] Op dit punt in het verhaal zijn perfectie dan wel onsterfelijkheid misschien wel verder te zoeken dan ooit en sterven als een vlieg is wat hem te wachten lijkt te staan. Bovendien dient de tekst ‘You know why he had to die’ als vooraankondiging van de dood van Arne, die niet veel later door Alfred gevonden wordt. En of het toeval is of niet, het is bijna te mooi om waar te zijn dat de titel van het liedje Naked Actress is. De ‘naked actress’: een verwijzing naar de droom waarin hij als een vlieg of mug doodgemept wordt door een ‘naked actress’ die moeder natuur en waarschijnlijk zijn moeder verbeeldt.
Alfred verliest gaandeweg de grip op de realiteit en op zichzelf. De gekozen volgorde van beelden versterkt het gevoel van vervreemding. Niet alleen dag en nacht en waken en slapen lopen in elkaar over. In de hierboven besproken scènes zijn voor Alfred noch droom en werkelijkheid, noch het streven naar onsterfelijkheid en mislukking van elkaar te scheiden. Ook de kijker weet vaak niet meer waar hij aan toe is en raakt gedesoriënteerd doordat hij niet zeker weet of hij naar een droom kijkt of naar iets wat zich in de werkelijkheid heeft afgespeeld. Dat effect wordt bereikt door het acteren van Reinout Scholten van Aschat, door de montage van beeld en geluid, door camerastandpunt en kleurgebruik. En door andere teksten te verweven met de film.
Noten
[1] Diederik Samwel, ‘Setbezoek: Beyond Sleep’, vpro cinema, 22 december 2014, https://www.vpro.nl/cinema/lees/artikelen/specials/2014/Mythische-reis-door-de-hel.html; Jeroen Wielaert, ‘Filmfestival Rotterdam opent met verfilming Nooit meer slapen’, NOS, 27 januari 2016, https://nos.nl/artikel/2083120-filmfestival-rotterdam-opent-met-verfilming-nooit-meer-slapen.html. [2] Robert Stam, ‘Introduction: the theory and practice of adaptation’, in: Robert Stam en Alessandra Raengo ed., Literature and film. A guide to the theory and practice of film adaptation (Oxford 2005) 23. [3] Anton de Goede, ‘Nooit Meer Slapen: op zoek naar meteorieten in Noorwegen’, VPRO Nooit meer slapen, 16 april 2014, https://www.vpro.nl/nooitmeerslapen/speel~WO_VPRO_516862~nooit-meer-slapen-op-zoek-naar-meteorieten-in-noorwegen~.html, 8.08. [4] Kiene Brillenburg Wurth, ‘Introduction’, in: Kiene Brillenburg Wurth ed., Between Page and Screen: Remaking Literature Through Cinema and Cyberspace (New York: Fordham University Press, 2012) 18. [5] Peter Verstraten, ‘The irony of irony. On Paul Verhoeven’s adaptation of Gerard Reve’s De vierde man’, Journal of Dutch Literature 4.2 (2013) 38. [6] Mariska Graveland, ‘Op de set van Beyond Sleep. Jammen met W.F. Hermans’, De Filmkrant, 18 september 2014, https://filmkrant.nl/artikel/op-de-set-van-beyond-sleep/. [7] Verstraten, ‘The irony’, 27. [8] Beyond Sleep, https://www.vpro.nl/speel~VPWON_1230806~beyond-sleep~.html, 3.24. [9] Ibidem, 4.35-4.37. [10] Ibidem, 9.16-10.30. [11] Ibidem, 31.00-34.48. [12] Ibidem, 1.09.00-1.11.02. [13] Jan Akkerman en Kaz Lux, ‘Naked Actress’, Youtube, 1976, https://www.youtube.com/watch?v=_KtT4MYJocU.
Over de auteur
Luc Brouns studeerde audiovisuele vormgeving en fotografie aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Na een aantal jaar werkzaam te zijn geweest als zelfstandig webdesigner werkt hij sinds 2008 als docent mediavormgever op een ROC in het oosten van het land. Sinds 2014 studeert hij algemene cultuurwetenschappen aan de OU.
Luc Brouns, ‘Jammen met W.F. Hermans. Onsterfelijkheid en mislukking in de film Beyond Sleep van Boudewijn Koole’, Locus – Tijdschrift voor Cultuurwetenschappen 23 (2020). https://edu.nl/mauyt
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
© 2020 Open Universiteit | Lees de disclaimer en de privacyverklaring van de OU | Voor het colofon zie Over LOCUS |
Voor contact met de redactie kunt u mailen naar locus@ou.nl