Ideaalbeelden van het onderwijs in koloniaal Suriname. Hoe een foto meer kan tonen dan de maker bedoeld heeft
Sjoerd Westbroek
Publicatiedatum: 28 juni 2023
Afbeelding 1. Augusta Curiel, ‘Paramaribo, leerlingen van de openbare lagere Emmaschool’, ca. 1912, zilvergelatinedruk op barietpapier, 12,2x17,1 cm, Nationaal Museum van Wereldculturen, Amsterdam. https://hdl.handle.net/20.500.11840/459621
Ik stel me voor dat ik erbij was, in 1912, toen bovenstaande foto werd gemaakt. Een grote groep leerlingen en onderwijzers poseren voor de Emmaschool, een ‘school voor onvermogenden’ – speciaal onderwijs, zouden we nu zeggen – aan de Gravenstraat in Paramaribo. Fotograaf Augusta Curiel staat achter de loodzware camera. Haar zus Anna reikt het glasnegatief aan dat ze zorgvuldig heeft geprepareerd in de fotostudio in de Domineestraat. De witte onderwijzer in het midden is het uit Nederland afkomstige schoolhoofd Hermen J. Jacobs. De onderwijzer links is Jo Brands, echtgenote van Jacobs. Iedereen wacht geduldig terwijl Curiel door de lens zoekt naar evenwicht in de compositie.
Terug naar 2023. De Emmaschool bestaat niet meer. De Gravenstraat heet inmiddels de Henck Arronstraat. Ik bekijk de foto in Augusta Curiel, Fotografe in Suriname 1904-1937, [1] een omvangrijk boek uit 2007 met een representatieve selectie uit het werk van Curiel, de belangrijkste Surinaamse fotograaf van haar tijd, en haar zus. Al het werk is in opdracht gemaakt en dit is de eerste presentatie van het oeuvre als eenheid.
De schijnbare alledaagsheid van deze schoolfoto is wat me eraan intrigeert. Wat opvalt is dat we slechts twee personen bij naam kennen: twee witte Nederlanders in een multi-etnische groep van verder anonieme kinderen en onderwijzers. De foto en de overgeleverde informatie brengen een hiërarchie aan. Fotografie toont niet de werkelijkheid, maar ordent die. Onderwijs doet dat ook. Ik ben geïnteresseerd in hoe twee lijnen hier samenkomen: onderwijs en fotografie als instrumenten binnen een koloniale hiërarchie. Welke rol speelde de foto, als beelddrager, als fysiek object, in het uitdragen van een maatschappelijke ordening? En wat doet de foto nu, nu we niet meer geloven in het wereldbeeld dat erin besloten ligt?
De foto als ideaalbeeld van het onderwijs in koloniaal Suriname
Hermen Jacobs was een leerling van onderwijshervormer Jan Ligthart en nam diens ideeën mee naar Suriname, waar hij van 1911 tot 1916 aan de Emmaschool werkte. Hij zag dat de leerlingen leerden dat de Rijn bij Lobith het land binnenkomt en ontwikkelde nieuw lesmateriaal dat paste bij de leefwereld van de leerlingen. Net als bij Ligthart had handenarbeid een belangrijke plek in zijn visie en hij onderwees ook zijn collega’s hierin. Er is een foto van het onderwijzersteam, ook gemaakt door Curiel, waarin alle personen poseren met gereedschappen. Dit is een motief dat je vaker terugziet bij Curiel. Haar foto’s tonen geen werkende mensen, maar illustreren een ideaalbeeld.
Afbeelding 2. Augusta Curiel. 'Onderwijzers van de Koningin Emmaschool in Paramaribo in het handenarbeidlokaal’, ca. 1915, zilvergelatinedruk op barietpapier, 12,2x17,1 cm, Nationaal Museum van Wereldculturen, Amsterdam. https://hdl.handle.net/20.500.11840/459627
Jacobs’ houding als onderwijzer is kenmerkend voor zijn tijd. Welwillend, oog voor lokale context, maar uiteindelijk geleid door vanuit Europa meegebrachte ideeën. Sinds het midden van de negentiende eeuw had het onderwijs in koloniaal Suriname onder andere tot doel (voormalige) tot slaaf gemaakten uit hun vermeende wilde natuurstaat tot mens te verheffen. Dit onderwijs was veelal religieus geïnspireerd, het tot mens verheffen betekende iemand onderwijzen over zijn of haar plaats in Gods schepping. Dit heette emancipatie, maar is dus evengoed assimilatie van tot slaaf gemaakten en andere mensen met eigen culturele tradities in een op Europese leest geschoeide samenleving.
Hoe kunnen we vanuit dit perspectief de foto als object beschouwen? Wat was de sociale plaats van de foto en wie was het publiek? Het Nationaal Museum van Wereldculturen heeft beide foto’s van de Emmaschool in 2006 verkregen uit het legaat van Jacob Hermsen zelf. [2] Het is dus zeer aannemelijk dat hij zelf de opdrachtgever was. Jacobs publiceerde in 1917 in Nederland het fotoboek Onze West, waarvoor hij ook de Curiels foto’s heeft laten maken. Het boek staat vol beelden van economische activiteit in een goed geordende, multi-etnische samenleving, ‘[…] ten gebruike bij het onderwijs aan gymnasia, hoogere burgerscholen, kweek-, normaal-, en andere scholen’. [3] Hoewel de foto’s van de Emmaschool niet zijn opgenomen in Onze West, passen ze naadloos in een educatieve koloniale beeldproductie die primair bedoeld was voor een Nederlands publiek. Ze spreken dezelfde visuele taal en daarom veronderstellen ze mijns insziens hetzelfde publiek.
De betekenis van de foto nu
Al is de foto van de Emmaschool geen neutrale registratie, hij maakt zaken zichtbaar die anders helemaal verloren waren gegaan. Paradoxaal genoeg komt dit ook door wat er niet getoond wordt. Curiel was een tijdgenoot van vrijheidsstrijder Anton de Kom. Toch is er in de wereld die ze toont geen spoor te ontdekken van enige sociale onrust. Bij Curiel zien de straten van Paramaribo eruit alsof ze met calvinistische werkdrift letterlijk en figuurlijk werden schoongehouden.
Een aantal foto’s van de Curiels waren in 2021 te zien in de tentoonstelling ‘Surinaamse school’ in het Stedelijk Museum, over Surinaamse schilderkunst tot 1985 – als enige fotografie tussen schilderijen. Jessica de Abreu erkent in de begeleidende reader de kwaliteit van het werk, maar is ook kritisch: ‘Opdrachtgevers bepaalden dus wie, wat en wanneer gefotografeerd werd, en daarmee controleerden zij ook de beeldvorming over de koloniën.’ [4]
Afbeelding 3. Augusta Curiel, ‘Groepsportret met missiezusters’, ca. 1910, zilvergelatinedruk op barietpapier, 12x17,3 cm, Nationaal Museum van Wereldculturen, Amsterdam. https://hdl.handle.net/20.500.11840/880441
Eén van de foto’s in de tentoonstelling lijkt sterk op de schoolfoto en toont drie witte missiezusters tussen een groep kinderen van kleur. Deze te tonen in een museum bevestigt de ambachtelijke en visuele kwaliteit. Tegelijk krijgen de foto’s een functie in een onderzoek naar visuele cultuur in relatie tot kolonialisme. Het Stedelijk Museum positioneert zich hiermee als een plek waar kunst en fotografie onderzocht kunnen worden als deel van wat Edward Said het culturele archief noemde, de opslagplaats van herinneringen, voorstellingen van hoe de wereld geordend is – waar ras en etniciteit onlosmakelijk mee verbonden zijn – voorstellingen, beelden die uiteindelijk in mensen zelf zitten, maar die ook tot uiting komen in collecties zoals kunstmusea. [5]
De Abreu schrijft: ‘De visie en perspectieven van de gefotografeerde personen en deze koloniale context worden echter vaak uitgewist.’ [6] Dit is het ongemak bij de foto van de Emmaschool. De foto vertelt in eerste instantie een verhaal over een Nederlandse onderwijshervormer vol goede bedoelingen. Bij nader inzien blijkt dat het feit dat de foto gemaakt kon worden in zichzelf een uiting van koloniale verhoudingen is. Dat de foto bestaat en als object in een Nederlandse museumcollectie is opgenomen, maakt meer zichtbaar dan wat Jacobs en Curiel beoogden te tonen: de productie van een foto was de productie van een maatschappelijke orde.
Het werk van de Curiels wordt nog steeds geprezen als een ‘uniek beeld van Suriname in het begin van de 20e eeuw’. Tegelijk biedt het Stedelijk Museum een genuanceerd, kritisch perspectief op het werk. Dit is de complexiteit én relevantie van een foto zoals die van de Emmaschool. Met andere woorden: je kunt je laten verleiden door de tijdloze kwaliteit van de zilvergelatinedruk op barietpapier en je laten meenemen naar een wereld die niet meer bestaat. Maar de foto is óók een studieobject dat toont dat die wereld een kunstmatige ordening was.
Noten
[1] De foto is nooit tentoongesteld. E-mail van registrator fotografie van het Nationaal Museum van Wereldculturen Ingeborg Eggink, 19 april 2023. Ik heb één andere publicatie kunnen vinden waarin de foto is opgenomen: P. Reeser, Verzamelaars en volksopvoeders – Musea in Suriname 1863-2012 (Leiden 2012). Hierin wordt Augusta Curiel niet als maker genoemd. [2] E-mail van Eggink, 19 april 2023. [3] F. Oudschans Dentz en H.J. Jacobs, Onze West in beeld en woord: platenalbum voor het huisgezin en ten gebruike bij het onderwijs aan gymnasia, hoogere burgerscholen, kweek-, normaal- en andere scholen (Amsterdam 1917) 3. [4] Jessica de Abreu, ‘Een andere blik op de fotografie van de gezusters Curiel’ in: Jessica de Abreu en Chandra van Binnendijk, Surinaamse school: schilderkunst van Paramaribo tot Amsterdam: reader (Amsterdam 2020) 11. [5] Gloria Wekker, ‘Inleiding’ in: idem, Witte onschuld. Paradoxen van kolonialisme en ras (Amsterdam 2017) 8. [6] De Abreu, ‘Een andere blik’, 10.
Over de auteur
Sjoerd Westbroek (1979) is beeldend kunstenaar en docent aan de Willem de Kooning Academie en het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Hij schrijft regelmatig over onderwerpen op het snijvlak van beeldende kunst en educatie.
Sjoerd Westbroek, ‘Ideaalbeelden van het onderwijs in koloniaal Suriname. Hoe een foto meer kan tonen dan de maker bedoeld heeft’, Locus-Tijdschrift voor Cultuurwetenschappen 26 (2023).https://edu.nl/djhh9
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
© 2023 Open Universiteit | Lees de disclaimer en de privacyverklaring van de OU | Voor het colofon zie Over LOCUS |
Voor contact met de redactie kunt u mailen naar locus@ou.nl