Hoe de liquidatie van Rijkswaterstaatmedewerkers bij de Westsluis in Terneuzen in 1944 een plek krijgt in de herinneringscultuur
Sandra Wiskie-van der Kolk
Publicatiedatum: 13 november 2024
Het is tachtig jaar geleden dat op dinsdag 5 september 1944, tijdens de gebeurtenis die bekendstaat als Dolle Dinsdag, een massale uittocht plaatsvond van Duitse troepen en collaborateurs uit Nederland. Te midden van de verwarring en chaos, kwamen bij de Westsluis in Terneuzen ingenieurs Hoolsema en Groenewegen van Rijkswaterstaat bijeen met het sluispersoneel. Ze bespraken hoe ze de springladingen, aangebracht door de Duitsers, uit de sluisdeuren konden verwijderen om zo de sluizen en bruggen te behouden. Tijdens deze riskante operatie leidde Hoolsema de aandacht van passerende Duitse troepen af. Toen hij werd ontdekt, raakte hij ernstig gewond door een schot van een Duitse arts van de luchtafweer. Terwijl enkele collega’s wisten te ontkomen, werden Groenewegen en zijn collega’s De Bert, Verbrugge en Nieuwenhuize door de Duitse troepen gedood. Hoolsema werd later verhoord en geëxecuteerd. De lichamen van de gevallen medewerkers werden enkele dagen later geborgen en gezamenlijk begraven.
Jaarlijks verschijnt rond Bevrijdingsdag een verhaal zoals dit als intern nieuwsbericht binnen Rijkswaterstaat, en telkens opnieuw grijpt zo’n gebeurtenis mij als onderzoeker én als medewerker van Rijkswaterstaat aan. Het voorval op Dolle Dinsdag markeert niet alleen een tragische episode in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland, maar ook een belangrijke gebeurtenis in de annalen van Rijkswaterstaat. Met dit artikel wil ik een historische reconstructie bieden van de liquidatie van de medewerkers van Rijkswaterstaat en inzicht geven in hoe de herinnering aan deze gebeurtenis zich gedurende tachtig jaar heeft ontwikkeld en betekenis heeft gekregen. Ik doe dat door verschillende dimensies van de herinnering aan de gebeurtenis te onderzoeken, gebaseerd op het concept van ‘herinneringscultuur’ zoals gedefinieerd door literatuurwetenschapper Astrid Erll.
Erll definieert ‘herinneringscultuur’ in Cultural Memory Studies als ‘de interactie tussen het heden en het verleden binnen sociaal-culturele contexten’. [1] De sociale dimensie van herinneringscultuur omvat de personen en instituties die herinneringen produceren, opslaan en oproepen, waardoor een herinneringsgemeenschap ontstaat. Binnen deze gemeenschap worden collectieve herinneringen gecreëerd en gedeeld in de vorm van beelden of verhalen van een als gezamenlijk beschouwd verleden. Dit geeft individuele herinneringen betekenis en maakt communicatie over het verleden mogelijk. De materiële dimensie speelt hierin een belangrijke rol, waarbij media en culturele artefacten de inhoud van herinneringen verspreiden en bewaren. Historicus Susan Hogervorst benadrukt dat collectieve herinneringen en hun dragers voortdurend evolueren binnen een veranderende herinneringscultuur, omdat ze deel uitmaken van het dynamische proces van herinneren. [2] Tot slot bestaat de mentale dimensie uit de cultureel gevormde denkstructuren – opvattingen over de geschiedenis, tradities en de normen en waarden van een samenleving – die de basis vormen voor het creëren en behouden van collectieve herinneringen.
Deze theoretische concepten van herinneringscultuur, zoals beschreven door Erll en Hogervorst, bieden een kader voor het begrijpen van de specifieke manier waarop de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog werden vormgegeven en evolueren in Nederland. Binnen dit kader heb ik twee ooggetuigenverslagen als primaire bron onderzocht. Hiermee wil ik de herinneringen aan de liquidaties in Terneuzen in september 1944 duiden, zowel binnen de lokale gemeenschap als binnen Rijkswaterstaat, en de producenten van deze herinneringen analyseren. Persoonlijke oorlogsherinneringen vormen een belangrijke bron voor het begrijpen en documenteren van historische gebeurtenissen. Ze bieden een directe, persoonlijke blik op de gebeurtenissen en verrijken onze kennis door middel van gedetailleerde beschrijvingen van de ervaringen van overlevenden en getuigen. Deze verslagen zijn vaak opgenomen in historische archieven, publicaties en mondelinge geschiedenissen. [3]
Het eerste fragment komt uit Vijf woelige jaren van Jan Platteeuw, die in 1929 werd geboren in Hoek en de oorlogsjaren als tiener beleefde. Zijn boek, uitgebracht in dagboekvorm en gebaseerd op persoonlijke herinneringen, krantenberichten en getuigenissen uit Zeeuws-Vlaanderen, biedt een gedetailleerd verslag van de gebeurtenissen op onder andere dinsdag 5 september 1944. [4] Platteeuw beschrijft de heldhaftige acties van Hoolsema en de gruwelijke behandeling van de slachtoffers, die werden doodgeschoten terwijl ze zich overgaven. Het fragment toont ook de reactie van de plaatselijke bevolking, zoals de inzamelingsactie voor het oprichten van een monument ter nagedachtenis aan de gevallenen en de plechtigheid waarbij koningin Wilhelmina een rood-wit-blauwe rozet neerlegde. [5]
Afbeelding 1: Omslag van de eerste druk van Vijf woelige jaren uit 1972
Afbeelding 2: Omslag van de uitgave ter gelegenheid van zestig jaar bevrijding in Midden-Zeeuws-Vlaanderen in 2004
De volgende twee fragmenten komen uit Oog- en oorgetuigen over oorlog en bevrijding, zestig jaar na de bevrijding uitgegeven door heemkundige verenigingen in de gemeente Terneuzen. Dit boek bevat verhalen van mensen die getuige waren van de gebeurtenissen in hun eigen woonplaats gedurende de Tweede Wereldoorlog. Veel van hen zijn inmiddels overleden, anderen zijn hoogbejaard. Sommigen schreven hun ervaringen direct op, waardoor de lezer de brandlucht en het angstzweet bijna kan ruiken, maar er zijn ook herinneringen die pas jaren later werden opgeschreven. De vertellers komen uit verschillende plaatsen en lagen van de bevolking, van arbeider tot generaal. De artikelen zijn per plaats geordend. [6]
In ‘De bevrijding van Terneuzen’ deelt L.J. Brederode zijn dagboekverslagen van september tot november 1944. [7] Het verslag van 5 september begint met lawaai op straat en de roep: ‘Terneuzen is vrij!’. [8] Brederode beschrijft het straatbeeld vol auto’s, plunderingen, loslopende paarden en verwarrende berichten, terwijl de sfeer en het rumoer de hectiek van de dag benadrukken. De pogingen om de brug over de Westsluis te beschermen en de liquidatie van de vijf Rijkswaterstaatmedewerkers worden ook genoemd. In ‘De wedergeboorte van onze vrijheid’, geschreven in 1944, beschrijft oud-matroos Pieter Cornelis Geensen de gebeurtenissen van Dolle Dinsdag en de daaropvolgende opluchting bij het vertrek van de Duitsers. [9] Ook de schok van de dood van bekende personen, waaronder het sluispersoneel, wordt levendig beschreven, wat de emotionele turbulentie van de bevrijding onderstreept. [10]
De ooggetuigenverslagen tonen hoe individuen en gemeenschappen bijdragen aan het creëren en delen van herinneringen, van directe verslagen tot latere reflecties, en benadrukken zo de veranderlijkheid van collectieve herinneringen. Ze vangen zowel de gebeurtenissen van Dolle Dinsdag als de emotionele impact op de lokale gemeenschap (sociale dimensie). Als culturele artefacten bewaren de dagboeken en publicaties deze herinneringen voor toekomstige generaties (materiële dimensie). De verhalen weerspiegelen ook waarden zoals moed en opofferingsgezindheid, en de collectieve inspanning om de herinneringen in leven te houden (mentale dimensie). Zo blijven de gebeurtenissen van 5 september 1944 niet alleen historische feiten, maar ook persoonlijke en gemeenschappelijke ervaringen die voortleven in de herinneringscultuur, inclusief de liquidatie van de Rijkswaterstaatmedewerkers. Naast deze ervaringen speelt ook de fysieke verankering van herinnering een rol, zoals zichtbaar wordt in het oorlogsmonument in Terneuzen.
Oorlogsmonument
Voor de analyse van het oorlogsmonument kijk ik naar wat er wordt afgebeeld, hoe dit gebeurt en de betekenis hiervan. Krantenartikelen en nieuwsberichten die ingaan op symboliek, context en de verhouding tussen tekst en beeld, ondersteunen deze beeldanalyse. In de media, waaronder in De Tijd, De Vrije Zeeuw en De Stem, was er namelijk bijzondere aandacht voor de rol van het koningshuis in het naoorlogse Terneuzen. Koningin Wilhelmina bezocht de locatie op 14 maart 1945 en legde, diep geroerd, haar corsage op het puin, waarna ze verklaarde dat er een monument moest komen. [11] Deze wens werd vervuld, en het monument werd op 20 september 1950 door prins Bernhard onthuld. [12] Onder de aanwezigen waren ook de heren Goedhart en De Doelder (afbeelding 3), die de liquidaties hadden overleefd.
Afbeelding 3: F.S. Goedhart (links) en P.A. de Doelder (rechts) bij de onthulling van het monument op 20 september 1950.
http://hdl.handle.net/10648/adfffc98-d0b4-102d-bcf8-003048976d84
Het ruim zeven meter hoge monument (afbeelding 4) is ontworpen door de Terneuzense kunstenaar K.J. Huineman en uitgevoerd door beeldhouwer Pieter Starreveld. [13] Het bestaat uit diverse granieten blokken die samen een zuil vormen, omgeven door een gebroken ketting en bekroond met een bronzen vuist en zwaard. Deze elementen symboliseren bevrijding en overwinning, waarbij het zwaard staat voor strijd en gerechtigheid, en de gebroken ketting de bevrijding van onderdrukking uitbeeldt. [14] Het oprijzen uit breukstenen symboliseert wederopbouw en eenheid, met de verschillende granietstukken die de diversiteit van de Nederlandse samenleving en haar gezamenlijke strijd voor vrijheid representeren. [15] In het midden van de zuil staat de inscriptie ‘AAN HEN die vielen voor de VRIJHEID’, waarmee de offers van individuen worden geëerd en de boodschap van het monument wordt versterkt: een herinnering aan het verleden en een eerbetoon aan de veerkracht van de strijders.
Op 7 februari 2024 werd het oorlogsmonument verplaatst naar zijn definitieve locatie op het sluizencomplex bij de Oostsluis. [16] Deze verhuizing, zoals vermeld in een brochure over de Nieuwe Sluis Terneuzen, illustreert de esthetische overwegingen bij de ontwikkeling van het gebied. [17] Het monument bevindt zich nu op een nieuw aangelegd plein, omringd door vijf bomen en bankblokken met daarop de namen van de vijf Rijkswaterstaatmedewerkers. Het plein is verder verfraaid met granieten keien van het afgegraven Kopje van Kanada en delen van de gesloopte Middensluis. [18]
Afbeelding 4: Het oorlogsmonument in Terneuzen, 12 april 2024 (Sandra Wiskie-van der Kolk)
Het oorlogsmonument in Terneuzen biedt inwoners en nabestaanden een tastbare plek om te herdenken en rouwen, en heeft zo een herinneringsgemeenschap gecreëerd. De inscriptie en klassieke, christelijke en patriottische symboliek zijn representatief voor de Nederlandse herinneringscultuur tot halverwege de jaren zestig. Deze beeldtaal benadrukt continuïteit, draagt bij aan de overdracht van nationale identiteit en vrijheid aan toekomstige generaties, bevordert gedeelde ervaringen en behoudt culturele tradities. [19] Het monument belichaamt de sociale, materiële en mentale dimensies van herinneringscultuur en vormt zo een collectieve herinnering. [20]
Naast het oorlogsmonument herinnert een grafmonument in Terneuzen indringend aan de liquidatie van vijf Rijkswaterstaatmedewerkers (afbeelding 5). Op 8 september 1944 werden de slachtoffers onder grote belangstelling begraven op de Algemene Begraafplaats. Na de bevrijding werd, op initiatief van hun collega’s bij Rijkswaterstaat, een inzamelingsactie gestart om het monument te realiseren. Het toont een naakte mannelijke figuur met een schild boven een sluiswerk, wat de heldendaden van de slachtoffers symboliseert en blijk geeft van de waardering van hun collega’s en de gemeenschap. [21]
Afbeelding 5: Het grafmonument voor Rijkswaterstaatambtenaren op de Algemene Begraafplaats in Terneuzen, 12 april 2024 (Sandra Wiskie-van der Kolk)
Hedendaagse herinneringsactiviteiten
Hoewel het monument in Terneuzen de vijf Rijkswaterstaatmedewerkers blijvend herdenkt, werd de aandacht voor dergelijke gebeurtenissen na de oorlog overschaduwd door de focus op wederopbouw. Pas in de jaren zeventig kwam er binnen Rijkswaterstaat meer aandacht voor geschiedschrijving. In de late jaren tachtig onderzocht Adolf Waalewijn, voormalig hoofd van de Meetkundige Dienst, de rol van Rijkswaterstaat tijdens de oorlog. Hij bestudeerde de archieven van het ministerie van Waterstaat, het werkarchief van de toenmalige directeur-generaal dr. ir. L.R. Wentholt en de archieven van het departement, gericht op het beleid dat werd voorgesteld door de directie. [22] Sindsdien wordt in de annalen van Rijkswaterstaat aandacht besteed aan de organisatie tijdens de oorlog, met voorbeelden van blijvende betrokkenheid en herinnering.
‘De vier collega’s die wij eren doen ons beseffen wat de prijs van vrijheid kan zijn in een tijd van bezetting. Wij zullen ze niet vergeten.’ [23] Zo besloot Bert Toussaint, historicus van Rijkswaterstaat, zijn toespraak tijdens de eerste herdenkingsbijeenkomst op 4 mei 2023 in Delft. Andere hedendaagse herinneringsactiviteiten zijn nieuwsberichten over de verplaatsing van het oorlogsmonument in Terneuzen en het verhaal van de vijf gevallen medewerkers. [24 en 25] Ondanks deze inspanningen om de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog te delen en de geschiedenis van Rijkswaterstaat levend te houden, blijft dit vaak een eenzijdig proces. Medewerkers ontvangen voornamelijk informatie zonder actieve participatie of interactie, wat hun betrokkenheid bij het herinneringsproces beperkt en resulteert in een passieve rol binnen de herinneringscultuur.
Initiatieven zoals ‘Adopteer een monument’ van de Stichting Februari 1941 tonen hoe een interactieve aanpak inzicht in historische gebeurtenissen kan vergroten. Tijdens de dodenherdenking op 4 mei leggen leerlingen van basisschool De Oude Vaart in Terneuzen elk jaar bloemen bij het oorlogsmonument dat de school adopteerde. [26] In lessen wereldoriëntatie leren ze over de oorlog in Zeeuws-Vlaanderen en de geschiedenis van monumenten. Door hun betrokkenheid krijgen leerlingen een persoonlijke band met het verleden en creëren ze nieuwe herinneringen. In 1986 overhandigde burgemeester C. Ockeloen het adoptiedocument aan de school, dat samen met een plaquette in de hal hangt (afbeelding 6). [27] ‘Het verhaal van oorlog en vrede is best een belangrijk onderwerp, want wij willen hier in Nederland ook gewoon vrij leven’, zei een leerling uit groep 7 van De Oude Vaart. [28]
Afbeelding 6: Het adoptiedocument en de plaquette in de hal van basisschool De Oude Vaart, 12 april 2024. (Sandra Wiskie-van der Kolk)
In de beschreven hedendaagse herinneringsactiviteiten komt de sociale dimensie van herinneringscultuur het sterkst tot uitdrukking in de manier waarop personen en instituties gezamenlijk herinneringen creëren en delen. De lessen wereldoriëntatie, de adoptie van het oorlogsmonument en de jaarlijkse bloemlegging maken de geschiedenis levendig, betekenisvol en interactief voor kinderen. Zo wordt een tastbare band met het verleden gecreëerd en worden kinderen gestimuleerd om nieuwe vragen over de geschiedenis te stellen. Binnen Rijkswaterstaat worden collectieve herinneringen gecreëerd en gedeeld in de vorm van beelden of verhalen over een als gezamenlijk beschouwd verleden. Het gaat hierbij niet zozeer om iets wat je zelf hebt meegemaakt, maar om gemedieerde gebeurtenissen en herdenkingen waarbij je een sterke betrokkenheid voelt. De herdenkingsbijeenkomsten en nieuwsberichten herinneren hieraan.
Conclusie
De liquidatie van de medewerkers van Rijkswaterstaat bij de Westsluis in Terneuzen op 5 september 1944 heeft een blijvende impact gehad op de herinneringscultuur van zowel Rijkswaterstaat als de inwoners van Terneuzen. Analyse van ooggetuigenverslagen, het oorlogsmonument en hedendaagse herinneringsactiviteiten tonen hoe collectieve herinneringen worden gevormd en onderhouden. Nieuwsberichten en initiatieven zoals ‘Adopteer een monument’ laten zien hoe gemeenschappen betrokken worden bij het herinneringsproces. Hoewel sommige herinneringsactiviteiten nog eenzijdig zijn, tonen participatieve projecten de waarde van een interactieve aanpak. De evaluatie van deze herinneringsactiviteiten leidt tot belangrijke inzichten voor het verder ontwikkelen van een levendige herinneringscultuur binnen Rijkswaterstaat. Als onderzoeker en medewerker van Rijkswaterstaat heb ik toegang tot informatiebronnen en maak ik actief deel uit van de herinneringscultuur binnen de organisatie. Mijn professionele achtergrond stelt me in staat om de processen van herinnering vanuit verschillende perspectieven te begrijpen en mijn inzichten te delen in dit artikel. Deze ervaring laat zien dat Rijkswaterstaat zijn geschiedenis levend kan houden door heldendaden, zoals die uit het verhaal in dit artikel, te vieren. Daarnaast is het erkennen van de donkere bladzijden, zoals de rol van hoofdingenieur Anton Mussert, eveneens een belangrijk onderdeel van de herinneringscultuur. Om onze herinneringen levend te houden, is het essentieel dat we kritisch reflecteren op het verleden en actief nieuwe vragen blijven stellen.
Noten
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van de cursus ‘Veranderend verleden: de dynamiek van herinnering en verbeelding’ van de Open Universiteit. Met dank aan dr. Susan Hogervorst en dr. Marieke Winkler voor hun commentaar op eerdere versies van dit artikel. [1] Astrid Erll, ‘Cultural Memory Studies: An Introduction’ in: Astrid Erll, Ansgar Nünning en Sara B. Young ed., Cultural Memory Studies: An International and Interdisciplinary Handbook (Berlijn en Boston 2008), 2. [2] Susan Hogervorst, Onwrikbare herinnering. Herinneringsculturen van Ravensbrück in Europa, 1945-2010 (Hilversum 2010), 16. [3] Susan Hogervorst, Onwrikbare herinnering, 48. [4] Vijf woelige jaren, Heemkundige Vereniging Terneuzen, 2024. https://www.heemkundeterneuzen.nl/publicaties/vijf-woelige-jaren/, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024. [5] J.L. Platteeuw, Vijf woelige jaren 1940-1945. Gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog van Hoek, Sluiskil, Terneuzen en Zaamslag (Terneuzen 1972), 101-104 en 149-151. [6] P.E. de Blaeij, Oog- en oorgetuigen over oorlog en bevrijding. Midden-Zeeuws-Vlaanderen 1940-1944 ter gelegenheid van 60 jaar bevrijding (Axel enz. 2004), 5-6. [7] Ibidem, 33-34. [8] Ibidem, 33. [9] Ibidem, 61-64. [10] Ibidem, 78. [11] I. van de Sande, ‘Prins Bernhard onthult het Monument te Terneuzen’, De Vrije Zeeuw, 21 september 1950. [12] Ibidem. [13] ‘Monument aan de Westsluis’, Heemkundige Vereniging Terneuzen, 2024. https://www.heemkundeterneuzen.nl/geschiedenis/geschiedenis-stad-terneuzen/monument-aan-de-westsluis/, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024. [14] ‘Terneuzen, oorlogsmonument’, Nationaal Comité 4 en 5 mei, 2024. https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/2092/terneuzen-oorlogsmonument, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024; Van de Sande, ‘Prins Bernhard onthult het monument te Terneuzen’. [15] ‘Monument aan de Westsluis’, Heemkundige Vereniging Terneuzen, 2024. https://www.heemkundeterneuzen.nl/geschiedenis/geschiedenis-stad-terneuzen/monument-aan-de-westsluis/, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024. [16] ‘Verhuizen oorlogsmonument Terneuzen naar definitieve locatie’, Rijkswaterstaat, 1 februari 2024, https://www.rijkswaterstaat.nl/nieuws/archief/2024/02/verhuizen-oorlogsmonument-terneuzen-naar-definitieve-locatie, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024. [17] D. van ’t Westende en A. Lockefeer, ‘De juiste weg over het sluizencomplex’, Brochure Nieuwe Sluis Terneuzen (2023), 5-6. [18] ‘Herdenkingsmonument verhuist naar definitieve plek op het sluizencomplex’, Omroep Zeeland, 7 februari 2024. https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/16258275/herdenkingsmonument-verhuist-naar-definitieve-plek-op-het-sluizencomplex, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024. [19] Van de Sande, ‘Prins Bernhard onthult het monument te Terneuzen’; James E. Young, ‘The Texture of Memory: Holocaust Memorials in History’ in: Astrid Erll, Ansgar Nünning en Sara B. Young ed., Cultural Memory Studies: An International and Interdisciplinary Handbook (Berlijn en Boston 2008), 357. [20] Susan Hogervorst, Onwrikbare herinnering, 16. [21] ‘Terneuzen, oorlogsmonument’, Oorlogsgravenstichting, 2024. https://oorlogsgravenstichting.nl/monumenten/terneuzen-oorlogsmonument, laatst geraadpleegd op 11 mei 2024. [22] Adolf Waalewijn, Achter de bres. De Rijkswaterstaat in oorlogstijd (’s-Gravenhage 1990), 5 en 11. [23] Bert Toussaint, Toespraak bij plaquette voor de gevallen RWS-collega’s (2023). [24] ‘Verhuizen oorlogsmonument Terneuzen naar definitieve locatie’. [25] ‘Het tragische lot van 5 Rijkswaterstaat medewerkers’, Rijksportaal, 7 februari 2024, https://rijksportaal.overheid-i.nl/organisaties/rws/nieuws/2024/02/07-oorlogsmonument-terneuzen-het-tragische-lot-van-5-rijkswaterstaat-medewerkers.html, laatst geraadpleegd op 7 februari 2024. [26] ‘Terneuzense school adopteert verzetsmonument Middensluis’, Provinciale Zeeuwse Courant, 17 april 1986. [27] ‘Terneuzense basisschool adopteert oorlogsmonument’, De Stem, 5 mei 1986. [28] ‘Want wij hier willen ook gewoon vrij leven', Provinciale Zeeuwse Courant, 24 september 2014.
Over de auteur
Sandra Wiskie-van der Kolk behaalde afgelopen maart haar bachelordiploma aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Ze is gespecialiseerd in oude kunst. Daarnaast is ze werkzaam voor Rijkswaterstaat als adviseur kwaliteitsmanagement en datapresentatie, waarbij haar interesse ook uitgaat naar het erfgoed van deze organisatie.
Sandra Wiskie-van der Kolk, ‘Hoe de liquidatie van Rijkswaterstaatmedewerkers bij de Westsluis in Terneuzen in 1944 een plek krijgt in de herinneringscultuur’, Locus-Tijdschrift voor Cultuurwetenschappen 27 (2024). https://edu.nl/pfgfn
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
© 2024 Open Universiteit | Lees de disclaimer en de privacyverklaring van de OU | Voor het colofon zie Over LOCUS |
Voor contact met de redactie kunt u mailen naar locus@ou.nl