Ich bin dein Mensch Over AI, robots en mensen - en hoe mensen AI verbeelden en verhullen
Eddo Evink
Publicatiedatum: 31 augustus 2022
In deze serie columns bespreken stafmedewerkers een film vanuit diverse cultuurwetenschappelijke disciplines. Ditmaal bespreekt filosoof Eddo Evink Ich bin dein Mensch (2021) van Maria Schrader
Er is een groot verschil tussen de werking en effecten van kunstmatige intelligentie (AI) en de verbeelding daarvan. AI is in de hedendaagse wereld alomtegenwoordig. We gebruiken het in online zoekmachines, streamingdiensten, fitbits, enzovoort. Wat de algoritmes in die machines nou precies uitvoeren, blijft verborgen – en dat hoeft niet per se in alle opzichten goed te zijn voor de gebruiker. Deze verhulling wordt echter meestal niet zichtbaar gemaakt in romans, films en series.
In de verbeelding van AI in literatuur en film draait het vrijwel altijd om robotica. Robots maken weliswaar gebruik van AI, maar ze vallen er niet precies mee samen. Het zijn als het ware rekenmachines die concrete materiële handelingen verrichten. Dat laatste is natuurlijk veel beter te verbeelden dan alleen rekensommen en hun uitkomsten. Romans en films maken daar bovendien meestal robots van die zoveel mogelijk lijken op mensen en met mensen worden vergeleken, vaak zelfs de competitie met mensen aangaan. Iedereen kent de voorbeelden daarvan (I Robot, Robocop, The Matrix, Terminator, enzovoort – de film Her van Spike Jonze is een prettige uitzondering op deze regel). Werkelijk bestaande robots krijgen ook dikwijls een vormgeving die op de mens lijkt – zie bijvoorbeeld Kidyrobot, Ameca en Beonmi. Maar dat hoeft helemaal niet per se. We kennen ook de automatische grasmaaiers en stofzuigers die niet met poten en ogen zijn toegerust.
De film Ich bin dein Mensch sluit helemaal aan bij dit uitgangspunt. De robots in deze film zijn niet of nauwelijks te onderscheiden van mensen. Regisseur Maria Schrader combineert het sciencefiction genre met de romantische komedie. Het verhaal in het kort: de Berlijnse archeologe Alma (Maren Eggert) doet mee aan een experiment, omdat zij daarmee onderzoeksgeld kan verdienen. Drie weken lang krijgt zij robot Tom (Dan Stevens) te gast, die is geprogrammeerd om een liefdespartner te zijn. De vraag is dan natuurlijk: wordt het wat tussen die twee of niet?
Alma heeft allerlei redenen om de pogingen van Tom om haar te behagen, niet serieus te nemen, maar die argumenten worden in de film één voor één genuanceerd. Tom blijkt wel degelijk in staat om niet alleen maar te doen wat Alma wil en om haar te verrassen. In feite gaat de film niet alleen over de vraag of het mogelijk is om een amoureuze relatie aan te gaan met een robot (antwoord: dat hangt van meerdere factoren af), maar ook over de vraag wat we verwachten van een geliefde en waarom we eigenlijk verliefd worden. Willen we een perfecte partner of iemand met perfect imperfections? Zijn we in staat om ons werkelijk over te geven aan een ander en onze eigen onvolkomenheden te tonen? De film confronteert de kijker voortdurend met menselijk falen en fouten. Dit heeft te maken met zowel de verhouding robot-mens als de verhouding tot een geliefde.
De verhouding robot-mens volgt in elk geval het vertrouwde stramien van de confrontatie: worden wij mensen echt overschaduwd door robots (natuurlijk wel als het om hoofdrekenen gaat) of blijven er dingen die wij mensen toch beter kunnen? Het is inherent aan deze vraag dat de robot in een film anders blijft dan de mens. Een robot die in alle opzichten de Turing-test perfect doorstaat, is voor de kijker immers niet herkenbaar als robot. Dan Stevens speelt daarom een robot die herkenbaar is als robot die doet alsof hij mens is. De ene keer is hij slimmer, de andere keer slaat hij volledig de plank mis, al naar gelang het past in het plot.
Wat misschien nog wel het meest interessant is aan deze film is wat hij niet toont. Een robot als Tom werkt met camera’s en geluidsrecorders. Als je dat in huis haalt, wordt je privéleven voortdurend tot in alle mogelijke details geregistreerd door een commercieel bedrijf. Regisseur Schrader kon dit natuurlijk moeilijk negeren en heeft het ontbreken van dit thema opgelost door de vertegenwoordiger van het bedrijf dat het robotexperiment uitvoert, tussen neus en lippen door te laten meedelen dat alle juridische kwesties rond privacy vanzelfsprekend al geregeld zijn, daar hoeft Alma zich geen zorgen om te maken. Dat hier met zoveel gemak overheen wordt gestapt is wellicht de meest confronterende spiegel die de film ons voorhoudt. De consequenties van AI blijven vaak onzichtbaar, zeker als we blijven steken in de obsessie of we echt anders zijn dan toekomstige humane robots of niet.
Over de auteur
Eddo Evink is hoogleraar Filosofie van Techniek Media en Cultuur aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Zijn onderzoek speelt zich af op de gebieden van fenomenologie, hermeneutiek, metafysica, filosofie van de cultuurwetenschappen en techniekfilosofie.
Eddo Evink, ‘Ich bin dein Mensch. Over AI, robots en mensen - en hoe mensen AI verbeelden’, Locus – Tijdschrift voor Cultuurwetenschappen 25 (2022). https://edu.nl/79afk
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
© 2022 Open Universiteit | Lees de disclaimer en de privacyverklaring van de OU | Voor het colofon zie Over LOCUS | Voor contact met de redactie kunt u mailen naar locus@ou.nl