Columnreeks Black Lives Matter. (deel 1/6)
Engagerende feiten: Wij slaven van Suriname en het Nederlandse zelfbeeld
Simona Wiegman
Publicatiedatum: 24 februari 2022
‘Van welk land werd Chan Santokhi in 2020 minister-president?’, vroeg Philip Freriks onlangs aan de deelnemers van De Slimste Mens. Tot hun eigen schaamte wist geen van de kandidaten het antwoord. Aan welke kennis van Suriname ontbreekt het veel Nederlanders nog meer? Toen ik de in 2020 verschenen heruitgave las van Wij slaven van Suriname (1934) van Anton de Kom stelde ik vast: veel. En dat terwijl de geschiedenis die De Kom beschrijft niet alleen de geschiedenis is van Suriname, maar vooral ook die van Nederlanders in Suriname. Een geschiedenis waarvan in het Nederlandse straatbeeld nog altijd de baten te zien zijn – en, onder de oppervlakte, ook de schrijnende kosten:
Misschien hebt gij, blanke lezer, op school geleerd hoe het Mauritshuis in Den Haag met de kostbaarste Braziliaanse houtsoorten is betimmerd. Wanneer gij dan vol bewondering voor die betimmering stilstaat, verzoeken wij u te bedenken hoe het onze moeders waren, die met deze zware last op hun hoofden dag in dag uit (want zondag was een instelling, die de christelijke beschavers verzuimden in Suriname in te voeren), sjouwden over heuvelachtige terreinen, door poelen en moerassen, altijd bedreigd door de zweep die uw voorouders hanteerden. [1]
De erven van De Kom hadden kritiek op een vorige druk van het boek, omdat de inleiding door een niet-Surinaamse auteur geschreven was. Dat verklaart wellicht dat deze nieuwe druk door maar liefst drie schrijvers is ingeleid, waaronder twee – schrijfster Tessa Leuwsha en activist Mitchell Esajas – met een Surinaamse achtergrond. De drie essays samen plaatsen het boek in een bredere context, en maken zo duidelijk dat De Koms verhaal niet op zichzelf staat, maar een spin vormt in een web van niet vaak vertelde verhalen over het (Nederlandse) koloniale verleden. Leuwsha geeft biografische informatie over De Kom en een korte geschiedenis over het ontstaan van het boek. De Nederlandse literatuurwetenschapper Duco van Oostrum duidt de plek van het boek in de Afro-Amerikaanse literatuur. En Esajas licht aan de hand van stukken uit The Black Archives toe hoe De Kom in verschillende periodes een bron van inspiratie is geweest.
Het eigen monster recht in de ogen staren
Wij slaven van Suriname is zowel een historisch boek als een autobiografie en antikoloniaal pamflet. Voor iedereen die opgegroeid is met het heldhaftige Nederlandse koloniale verhaal is het historiografische aspect van het boek een blikopener. Op school wordt de slavernij nog altijd weinig behandeld. [2] De Kom beschreef hoe geschiedenislessen op school destijds al zorgden voor een minderwaardigheidsgevoel bij zwarte kinderen. Juist daarom zag hij het als zijn taak om zowel Surinamers als Nederlanders een volledigere koloniale geschiedenis voor te schotelen, de feiten bloot te leggen. Volgens Leuwsha stelt De Kom ons op die manier in staat ‘het eigen monster recht in de ogen [te] staren’.
Pagina na pagina doet De Kom het wrede regime dat ‘Nederlandse beschaving’ naar Suriname brengt uit de doeken, zowel ten tijde van de slavernij als daarna. Ironie als die van Multatuli verbleekt bij het niets verhullende sarcasme van De Kom. Sinds jaar en dag is Multatuli een antikoloniale held, terwijl de Max Havelaar strikt genomen niet voor dekolonisatie pleitte. Wij slaven van Suriname biedt wél een dekoloniaal perspectief; bovendien is hier een gekoloniseerde aan het woord.
Verzetshelden als Multatuli krijgen in het klassieke Nederlandse geschiedenisverhaal veel aandacht. Maar uit Wij slaven van Suriname blijkt wat de keerzijde hiervan is. Dergelijke helden bleken in Suriname namelijk niet of nauwelijks te hebben bestaan. Sterker nog, in plaats van heldhaftig en barmhartig waren Nederlandse kolonisten, volgens De Kom, juist vele malen wreder dan hun Europese ‘collega’s’. Ook dit is nieuw voor mij. Wel vroeg ik me meteen af: was De Kom niet bevooroordeeld? De martelingen die hij beschrijft zijn ontegenzeggelijk gruwelijk, maar waren ze dat niet in alle koloniën? Nee, meent De Kom. Hij laat zien dat de Britten, die niet bekend staan als de meest zachtzinnige kolonisten, hun afschuw uitspraken over de manier waarop Nederlanders in Suriname tekeergingen.
Om dit punt helder en op zo zoveel mogelijk lezers over te brengen, richt De Kom zich rechtstreeks tot zowel witte Nederlander, de ‘blanke lezer’, als tot Surinamers, door te spreken van ‘onze vaders en moeders’. Lezers worden hierdoor persoonlijk betrokken bij zijn verhaal over de koloniale geschiedenis. Eenzelfde effect gaat uit van de mooie metaforen waarmee Wij slaven van Suriname doorspekt is, zoals: ‘Tussen de kust en de bergen sluimert onze moeder, Sranang, sedert duizend en nogmaals duizend jaren.’ [3]
Een broodnodige herziening van het Nederlandse zelfbeeld
Door de manieren waarop Wij slaven van Suriname een beroep doet op de betrokkenheid van lezers nodigt het boek uit tot zelfreflectie. Waarom probeerde ik eerst, onbewust, de uitspraken van De Kom over de extremere uitwassen van Nederlanders ten opzichte van andere Europeanen te relativeren? Hoe verder ik kwam in het boek, hoe meer ik ervan doordrongen raakte dat de feiten er niet om liegen. In vergelijking met omringende landen werd de slavernij in Suriname pas laat afgeschaft. Bovendien was het ook na de afschaffing van de slavernij nog lang niet afgelopen met de gruwelijke misstanden.
Binnen de Surinaamse gemeenschap werd Anton de Kom al in de jaren zestig herontdekt – en met de toevoeging van De Kom aan de Canon van Nederland in juni 2020 volgt nu de rest van Nederland. Zoals ik heb ervaren, kan een boek als Wij slaven van Suriname, dat niet alleen met vele harde feiten komt, maar die feiten ook in een engagerende vorm presenteert, aanzetten tot een broodnodige herziening van het Nederlandse zelfbeeld.
Voetnoten
[1] Anton de Kom, Wij slaven van Suriname (Amsterdam 2020) 66. [2] Miguel Heilbron, ‘Staan slavernij en kolonialisme prominent in de schoolboeken? Nee, focus op inclusie en verder onderzoek nodig,’ The Black Archives, 19 juni 2020. https://www.theblackarchives.nl/blog/slavernij-en-kolonialisme-prominent-in-schoolboeken-nee-focus-op-inclusie-en-verder-onderzoek-nodig, laatst geraadpleegd op 15 januari 2021. [3] Anton de Kom, Wij slaven, 45. [4] Enne Koops, ‘Anton de Kom (1898-1945) – Surinaamse vrijheidsstrijder,’ Historiek, 6 juli 2020. https://historiek.net/anton-de-kom-canon-biografie-boek/135639/, laatst geraadpleegd op 21 december 2020; ‘Anton de Kom,’ Canon van Nederland. https://www.canonvannederland.nl/nl/antondekom, laatst geraadpleegd op 15 januari 2021.
Over de auteur
Simona Wiegman studeert aan de Open Universiteit en werkt bij een luchtvaartmaatschappij. Zij rondde onlangs het open bachelorprogramma Algemene Cultuurwetenschappen af met een scriptie over schrijverswoningen in Amsterdam. In september 2021 is zij begonnen aan de masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen.
Simona Wiegman, ‘Engagerende feiten: Wij slaven van Suriname en het Nederlandse zelfbeeld’, Locus – Tijdschrift voor Cultuurwetenschappen 25 (2022). https://edu.nl/eq94e
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
© 2022 Open Universiteit | Lees de disclaimer en de privacyverklaring van de OU | Voor het colofon zie Over LOCUS | Voor contact met de redactie kunt u mailen naar locus@ou.nl